Affectieschade nu eindelijk geregeld in nieuw wetsvoorstel

Affectieschade:“het verdriet dat verwanten ondervinden in geval van ernstige verwonding of overlijden van een dierbare persoon”. Het wetsvoorstel affectieschade dat begin dit jaar is ingediend bij de Tweede Kamer omvat een regeling voor de vergoedbaarheid van immateriële schade als gevolg van het overlijden of ernstig en blijvend letsel van naasten waarbij voor een beperkte kring van naasten een vast bedrag wordt toegewezen.

De Hoge Raad (HR) heeft zich voor het eerst over een vordering van shockschade en affectieschade gebogen in het Taxibus–arrest *(HR 21– 02–2002, NJ 2002, 240). De moeder die bij dit ongeval haar dochtertje verloor, kreeg wel een shockschadevergoeding maar geen affectieschade op grand van het huidige wettelijk stelsel. Volgens de HR is het niet uitgesloten dat de wet onvoldoende tegemoet komt aan de maatschappelijk gevoelde behoefte om diegenen die een persoon met wie zij een affectieve relatie hebben, hebben verloren, enige vorm van genoegdoening te verschaffen. De Hoge Raad heeft aangegeven dat hier een taak voor de wetgever ligt.

Het motief voor het huidige wetsvoorstel, dat tot aanpassing zal leiden van de artikelen 107 en 108 boek 6 BW, is tweeledig. Allereerst wordt met het recht op vergoeding van affectieschade beoogd het leed dat de naasten van het ernstige en blijvende letsel of van het over lijden van het slachtoffer wordt aangedaan, te erkennen. Daarnaast verschaft het genoegdoening doordat van de veroorzaker een (financiële) opoffering wordt verlangd.

Van financiële compensatie kan eigenlijk geen sprake zijn. Wie heeft er recht op compensatie? In de wet is een kleine groep naasten opgesomd. Het gaat in principe om naasten die in een nauwe gezinssituatie met het slachtoffer samenleven, of om een daarmee op een lijn te stellen relatie.

Er wordt vooralsnog uitgegaan van een uitgekeerd vastgesteld bedrag van € 10.000, –, zowel bij overlijden als bij ernstig en blijvend letsel.

Echter, als er een claim voor affectieschade wordt ingediend zal de schadeveroorzaker zich natuurlijk verweren met dezelfde verweren die eenieder te horen krijgt als hij smartengeld claimt. Eigen schuld van het slachtoffer en medeschuld van de naaste die affectieschade vordert zijn bepalend in hoeverre vergoeding aan de naaste op haar plaats is. Nu er voor zowel de gerechtigden als voor de hoogte van de bedragen duidelijke grenzen worden gesteld weten slachtoffers, aansprakelijkheidsverzekeraars en rechters waar zij aan toe zijn en wordt in principe een snelle afwikkeling van de schade mogelijk gemaakt. Als gevolg van deze wetswijziging zullen er naar verwachting niet veel nieuwe claims bij de gerechtelijke instanties binnenkomen Voor de praktijk is verder het volgende nog van belang. Indien de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van het voorstel terwijl het overlijden als gevolg van die schadeveroorzakende gebeurtenis pas daarna plaatsvindt, zal niet het nieuwe stelsel maar het tevoren geldende recht van toepassing zijn.

Mevrouw de Waalre heeft onlangs in het NCRV­ programma Heilig Vuur gepleit voor rouwverwerkingverlof naast de vergoeding aan nabestaanden. Ze was in het programma uitgenodigd omdat haar vader bij een verkeersongeval om het leven is gekomen. Ze was blij met de erkenning van het leed in de nieuwe wet, maar zou daarnaast ook graag een goede verlofregeling zien.

De VvLS pleit al jaren voor betere compensatie en schadeloosstelling voor nabestaanden en hoopt dat de nieuwe wet een stap in de goede richting is. Echter zet zij wel haar vraagtekens bij het vastgestelde bedrag van € 10.000, –. Liever ziet zij een individuele schadebepaling. En vooral wie hebben er recht op deze vergoeding? Zijn dat de naaste familieleden? Of komen ook niet geregistreerde samenwonende partners voor deze vergoeding in aanmerking. Kortom, het is een goede stap maar we zijn nog lang niet op de juiste plek.

In gesprek met

Buro Goejezin

Op ongeveer 10 minuten van het centrum van Nijmegen ligt aan de noordkant van de Waal het tuinders dorp Lent. De snelweg snijdt dwars door het dorp alsof Lent de Waalbrug —bij z’n geboorte in de jaren dertig— ruim baan heeft gegeven door vele huizen te slopen. Maar nee, niets is minder waar. Vroeger blijkt daar de trekvaart tussen Arnhem en Nijmegen gelegen te hebben. Vanuit Lent is de Waalkade en de groene heuvelrug vanaf het centrum van Nijmegen tot achter Berg en Dal goed te zien. Een mooi wijds uitzicht hierop en op de Ooijpolder en de Waalse dijken wordt verkregen vanaf de spreekkamer van Buro GoeJezin. Jan–Willem te Maarssen vertelt meer over zijn onderneming en over OPA.

‘Buro GoeJezin heb ik recentelijk opgericht, toevallig zelfs op goede vrijdag. Het is een coachen –, counseling, advies– en trainingbureau. De hoofdletter ‘J’ accentueert dat jezelf de enige bent die echt weet wat je wilt en wat dus goed voor je is’. Het motto is: ‘Wat je ook doet, begin met goede zin’.Ik geef inzicht in hoe goede zin ontstaat en ik begeleid mensen bij het toepassen van deze inzichten en hun doelen in het dagelijks leven. Zoals het oplossen van problemen en het nemen van beslissingen. Ik denk dat problemen ontstaan, omdat mensen onvoldoende hun wensen kennen en nastreven. Ken je ze wel en streef je ze na dan ontstaat vanzelf meer goede zin en automatisch een beter zicht op problemen. Ik begeleid mensen bij iets essentieel is. Namelijk het helder krijgen van persoonlijke basisovertuigingen en doelen. Het overeenstemmen met het gedrag brengt de mooiste dingen voort.

De twee belangrijkste diensten zijn het persoonlijk coachen van werknemers en het counselen van particulieren. Hiernaast wordt een workshop over goede zin aangeboden. Voor wat betreft het counselen, richt ik mij in het bijzonder op mensen die te maken hebben met lichamelijke en/of psychische klachten tijdens en door ziekte en/of letsel. Counseling bied ik aan voor inkomensafhankelijke tarieven. Het doel van het vrijblijvende intake gesprek is beiden te bezien of een aantal gesprekken het beste lijkt. De locatie voor de gesprekken is op de zolder met uitzicht, op de dijk met uitzicht op de Waal of op een andere locatie. Verder ben ik ook in de avonduren beschikbaar. Tussen de gesprekken kunnen vragen per mail of per telefoon gesteld worden.

Wat is counseling?

Counseling is een persoonsgerichte begeleidingsvorm (uit de humanistische psychologie van C. Rogers) om duidelijkheid en dieper inzicht te krijgen in jezelf en in probleemsituaties en uitdagingen. De begeleidingsvorm groeit de laatste jaren sterk, omdat het persoonsgericht is en omdat met een serie van circa zes gesprekken al resultaat kan worden bereikt. Onder toezicht van de procesbegeleider navigeert, analyseert en bepaalt de persoon. De counselor kan ook diverse oefeningen of methodes voorstellen, maar de persoon kiest altijd zelf. Prikkelende vragen en praktische tips worden aangereikt. Mogelijke verbanden tussen gevoel en klachten naast problematische situaties worden besproken. Verder staan vragen centraal zoals: ‘Wat wil ik en wat heeft eerst prioriteit?’ ‘Wat is het juiste standpunt nu?’. En ‘Op welke manieren kan ik mijn capaciteiten optimaal benutten en mijn doelen/wensen bereiken?’.

Centraal bij mijn begeleiding staat dat ik met OPA communiceer, ofwel met Oprechte Persoonlijke Aandacht. Het gaat er om dat mijn communicatie zo wordt ervaren. Indien dat even niet het geval dan is het woord ‘Opa!’ genoeg ter correctie.

De ‘Oei, ik groei’ metafoor: ·Om een zaadje optimaal te laten groeien heeft de aarde naast water ook veel mest nodig, shit dus. Persoonlijke shit ofwel leed zorgt zo ook altijd voor optimale mentale groei bij iedereen die het wil zien.

Achtergrond

Na de Heao, heb ik vier marketing, PR/communicatie– en ver koopbanen gehad, ondermeer bij een groot internationaal uitgeversconcern. Door een mountainbike ongeluk liep ik een whiplash op, waarna ik geheel onverwachts geen nieuw contract kreeg. Ook mijn omgeving had geen kennis en dus geen begrip. Cruciaal in deze situatie was de benadering ervan. Dit bleek ook een onderdeel van het probleem, waardoor mijn klachten erger werden. Toen ik dit inzag ben ik mij anders gaan verhouden tot de klachten, waardoor veel meer rust en ontspanning ontstond en klachten verminderden. In 2001 ben ik mij gaan omscholen aan de Academie voor Coaching en Counseling. Met het diploma en mijn persoonlijk e ervaring, begeleid ik nu mensen die klachten hebben naar een leven met veel meer goede zin.

Ik ben voor mezelf begonnen, zodat ik zelf kan bepalen wanneer ik werk en wanneer ik mijn nek kan laten rusten. Buro GoeJezin helpt om mensen te leren hoe makkelijk ze meer goede zin kunnen krijgen en om samen te werken aan groei en aan doelen verwezenlijken om uiteindelijk stralend te lachen!

Voor meer informatie kunt u bellen met Jan–Willem te Maarssen, 024–3234695.

3VO

Triest einde verjaardagsfeestje

Op de avond van zondag 15 juni 2003 zijn twee jonge meisjes in Nieuw– Vennep door een ongeval om het leven gekomen. De twee kinderen (7 en 14) zaten met zestien mensen op de open aanhangwagen van een tractor. Een 17–jarig meisje liep een dwarslaesie op. Na een verjaardagsfeestje maakten de bezoekers op deze ‘ludieke’ wijze nog een ritje. Op de rotonde aan de Componistenweg sloeg de wagen door nog onbekende oorzaak om.

Een van de kinderen overleed ter plaatse, het andere slachtoffer later in het ziekenhuis. Zes andere kinderen raakten gewond. De meesten konden na behandeling in het ziekenhuis weer naar huis. De politie heeft de bestuurder va n de tractor aangehouden. De man had niet gedronken, maar werd toch een tijdje vastgehouden voor verhoor. Dat is echt standaardprocedure bij een ongeval met dodelijke afloop, verzekert een politiewoordvoerder in een artikel op. www.volkskrant.nl

3VO–woordvoerder Heleen Rijnkels: ‘Dit tragische ongeval drukt ons allen weer keihard met de neus op de feiten. Neem als ouder je verantwoordelijkheid en sta erop dat je kind veilig vervoerd wordt. Ook tijdens een klein ritje of bij een lage snelheid kunnen ernstige ongelukken gebeuren.’

Het vervoeren van mensen in open aanhangwagens is uiteraard bij wet verboden. In bovengenoemd Volkskrant artikel reageert de politie Twente op het ongeval met de aankondiging dat personenvervoer op aanhangwagens per direct bestraft gaat warden met een proces verbaal. Tot dusver werd deze vorm van personenvervoer gedoogd, maar dat risico wil men niet meer nemen.

De onmisbare vrijwilliger

Er zullen slechts weinig mensen bij stilstaan, maar een maatschappij zonder vrijwilligers is vandaag de dag ondenkbaar. Het is misschien wat vreemd om mezelf als voorbeeld te nemen (let wel: ik zeg niet: ten voorbeeld te stellen!), maar het is nu eenmaal de eigen ervaring die een mens tot ervaringsdeskundige maakt.

Momenteel ben ik invalide en rolstoelgebonden, maar dat is gelukkig niet altijd zo geweest. In die vroegere periode, toen ik mijn armen en benen dus nog kon gebruiken waarvoor ze bedoeld waren, was ik o.a. jeugd leider en bestuurslid van een voetbalclub, voorzitter van een tafeltennisvereniging, regionaal en lokaal bestuurder van de Zonnebloem en jeugdinstructeur/examenassistent van de EHBO– vereniging. En dan vergeet ik misschien nog het een en ander. Natuurlijk was ik dat niet allemaal tegelijk en was ik zeker niet met alle hieruit voortvloeiende activiteiten tegelijk bezig. Toch beleefde ik niet alleen zelf een enorme voldoening van dit vrijwilligerswerk, maar mocht ik ook voortdurend constateren dat ik echt “goed deed” voor de mensen waarvoor ik bezig was. Nu ik dus aan die rolstoel gekluisterd ben heb ik nog steeds met vrijwilligerswerk te maken. Op de eerste plaats doe ik ook nu nog vrijwilligerswerk in de vorm van redactioneel werk voor enkele verenigingsbladen. Daarnaast hoor ik nu ook tot de doelgroep van andere vrijwilligers, bijvoorbeeld de vrijwilligers van de Zonnebloem en het Rode Kruis. Ik kan u de verzekering geven dat het bijzonder onplezierig is om bij de meest gewone dingen, zoals toiletgang en douchen, geholpen te moeten worden door anderen, maar anderzijds doet het je bijzonder goed dat er mensen zijn, die je zonder morren of commentaar, willen helpen bij die dingen. Ik heb dat onlangs weer mogen ervaren toen ik met een groep andere invaliden te gast was bij het Rode Kruis op een trip naar en in Engeland. Ook heb ik de allerbeste herinneringen aan de wijze waarop mijn vrouw (die ook gehandicapt is) en ik verzorgd werden tijdens een Zonnebloemvakantie in het prachtige Drenthe. Het voortduwen van een rolstoel met een redelijk zware vent erin over bospaden in een schitterend natuurgebied ontaardt al gauw in zwoegen, maar er kwam uit de mond van degene die achter mijn rolstoel liep geen woord van ergernis of klacht.

Gelukkig is de invaliditeit van mijn vrouw en mij niet veroorzaakt door een verkeersongeluk of medische fout, zodat wij niet tot de doelgroep van de Vereniging voor Letselschade slachtoffers behoren, maar ik heb sterk de indruk, dat, als dat wel het geval zou zijn, wij ook in uiterst bekwame en zorgzame handen zouden vallen. Ook de VvLS drijft op vrijwilligers die zich op de eerste plaats proberen in te leven in de situatie van de mensen waarvoor zij werken, en zich vandaar uit zo goed mogelijk trachten in te zetten om die situatie te verbeteren. Ook hier gaat het dus om mensen die achtereenvolgens hun hart en hun verstand laten spreken en vervolgens tot het echte sociaal voelende handelen komen. Als ik de essentie van het interview, dat minister–president Balkenende onlangs gaf, goed heb begrepen is dat nu precies datgene wat het nieuwe kabinet nastreeft. Ik durf persoonlijk wel de stelling te poneren dat onze Nederlandse samenleving op heel belangrijke onderdelen volkomen plat zou liggen als er geen vrijwilligers waren. U en ik zorgen er voor dat dit niet gebeurt, nietwaar?

Han Janson

Schade door brandwonden, een brandend probleem

Hitte en de huid van het menselijk lichaam verdragen elkaar niet. Extreme hitte leidt tot brandwonden: een van de meest ernstige verwondingen die een mens kan oplopen. Brandwonden vormen niet alleen een lichamelijk probleem, maar vooral ook een psychosociaal probleem. Immers, brandwonden leiden tot ontsierende littekens. Het accepteren van je veranderde uiterlijk is geen gemakkelijke zaak. Zeker niet wanneer je omgeving negatief reageert op dit afwijkende uiterlijk. Naast lichamelijk e beperkingen, die brandwonden vaak met zich meebrengen, lopen de slachtoffers ook vaak grote psychische schade op. Deze schade te verhalen levert vaak grote problemen op. Daarom hebben de Vereniging van Mensen met Brandwonden en de VvLS besloten in de toekomst nauw samen te werken.

Hoezo schade?

In geval van aansprakelijkheid of bij keuringen blijkt vaak dat het vaststellen van letselschade ten gevolge van brand­ wonden een moeizaam traject is. In de bekende AMA– guide, een instrument waarmee de functionele invaliditeit van mensen gemeten kan worden, komen brandwonden niet eens voor. Immers, als de wond genezen (dicht) is, is er geen restschade meer. Brandwonden leiden pas tot een ‘score’ als ze bewegingsbeperkingen opleveren, zoals het niet meer kunnen gebruiken van vingers. Dergelijke genoemde meetinstrumenten gaan echter volledig voorbij aan de gevolgen die littekens hebben voor de toekomst van brandwondenslachtoffers. Naast de diverse lichamelijke problemen Jeuk, hersteloperaties, e.d.), is het met name de schade op het psychosociale terrein die grote gevolgen kan hebben voor iemand met brandwonden.

Er zijn dan ook een aantal schrijnende gevallen bekend van brandwonden slachtoffers die vaak jaren moeten procederen om ook maar iets van een schadevergoeding of een WAO­ uitkering te krijgen. Immers, de wonden zijn genezen en verder zijn alle lichaamsfuncties intact, concludeert de keurend geneesheer.

Mensen die voor 70 procent verbrand zijn,en om het maar even plat te zeggen ‘er niet meer uitzien’. Hier dagelijks door hun omgeving mee geconfronteerd worden, zich schamen voor hun uiterlijk, vanwege hun uiterlijk de eerste sollicitatieronde niet doorkomen, gepest worden, vele hersteloperaties moeten ondergaan, etc., moeten vaak vechten tegen de bierkaai, omdat “alle lichaamsfuncties nog intact zijn ”. En dat is triest. Er is vaak weinig oog voor psychosociale gevolgen van littekens. Een slachtoffer drukte het laatst treffend uit: “Ik kan nog wel lopen, da’s waar, maar ik durf niet meer de straat op”.

Cafébrand

In Volendam, waar meer dan 250 brandwondenslachtoffers waren, heeft de overheid besloten een uitkering te geven aan de slachtoffers. Een bijzondere uitkering bovenop alle andere voorzieningen die er in dit land zijn; een uitkering als blijk van solidariteit. Dat lijkt een mooie “te van de overheid, maar u zult begrijpen dat duizenden ere brandwondenslachtoffers, die toevallig eerder of later of in een ander dorp verbrand zijn, de rechtmatigheid van deze actie tenminste ter discussie willen stellen.

Volendamse meetlat

Toen de overheid dit besluit had genomen kwam zij zelf voor de vraag te staan hoe zij het geld dat er voor deze groep jongeren gereserveerd was, moest verdelen. Het was boeiend om vast te stellen dat de overheid in dit geval aanliep tegen haar eigen tekortkomingen in de regelgeving inzake keuringen ten aanzien van brandwonden. Immers, de overheid wilde graag naast elk slachtoffer een meetlat leggen om de mate van functionele invaliditeit te bepalen (en daarmee de hoogte van de eenmalige uitkering). Echter, het instrument hiervoor ontbrak. De overheid heeft toen voor deze speciale gelegenheid een groep wijze mannen bij elkaar gezet die gezamenlijk een specifiek meetinstrument voor brandwondenslachtoffers heeft ontwikkeld waarin de verschillende brandwondenspecifieke zaken zijn meegenomen. Dit instrument, dat inmiddels klaar is wordt nu gebruikt om de jongens en meisjes in Volendam te keuren.

Deze actie van de overheid is op zich toe te juichen. De overheid onderstreept en erkent hiermee de tekortkoming in de huidige regelgeving en heeft zich ook nog eens ingezet om dit hiaat teniet te doen. De vraag die nu aan de orde is, is of deze Volendam specifieke actie ook vertaald kan worden naar de rest van Nederland. Want als dat niet zo is, blijft alles gewoon weer bij het oude en blijven brandwondenslachtoffers problemen ervaren bij het vaststellen van hun restschade.

Wat deze exercitie in Volendam in ieder geval duidelijk aan het daglicht gebracht heeft, is dat er daadwerkelijk een groot probleem is, wanneer het gaat om het vaststellen van functionele invaliditeit en andere schade ten gevolge van brandwonden.

Vereniging van Mensen met Brandwonden

Voor de Vereniging van Mensen met Brandwonden is dit geen nieuws. Al jaren strijden zij samen met hun leden voor meer gerechtigheid voor mensen met brandwonden. De reikwijdte van de vereniging is echter beperkt. Het is een kleine vereniging zonder professionals in dienst. Een club die het van de vrijwilligers en de avonduurtjes moet hebben. Van oudsher ligt het accent van deze vereniging veel meer op psychosociale ondersteuning van de slachtoffers (lotgenotencontact en gespreksgroepen) en informatieverstrekking. Juridische ondersteuning is een weinig ontwikkeld terrein. Wel heeft de vereniging een juridisch adviseur, die in individuele gevallen voor een stukje telefonisch advies kan zorgen. Maar ook haar tijd is beperkt.

De Vereniging van Mensen met Brandwonden was daarom ook blij toen de VvLS contact met haar zocht en hen wees op de mogelijkheden die de VvLS aan haar leden biedt. Met name de laagdrempeligheid van de dienstverlening en de mogelijkheid van persoonlijke begeleiding wordt door het bestuur van de Vereniging als een belangrijk pluspunt ervaren. Het verenigingsbestuur heeft daarop besloten om de VvLS te promoten onder haar leden. Dit leidde al snel tot concrete actie. De VvLS was vertegenwoordigd op de landelijke informatie en contactdag van de Vereniging van Mensen met Brandwonden in Utrecht op 17 mei 2003, het­ geen al direct leidde tot diverse contacten. Verder werd besloten om een artikel te plaatsen in het verenigingblad ‘En Toch’, zodat de leden kennis kunnen nemen van de activiteiten van de VvLS. En verder werd afgesproken, dat mensen die op zoek zijn naar juridische bijstand en zich melden bij een van de contactpersonen van de Vereniging van Mensen met Brandwonden, op de hoogte zullen worden gesteld van het bestaan van de VvLS. Ook de Nederlandse Brandwonden Stichting, die uitvoering geeft aan de ‘Brandwondeninformatielijn 0990–0440044’, zal de Landelijke Vereniging van Letselschadeslachtoffers gaan aanbevelen.

De Vereniging van Mensen met Brandwonden hoopt dat hun leden in de toekomst met hun juridische problemen in zake letselschade nog veel profijt zullen kunnen hebben van deze samenwerking.

Wetgeving

De aansprakelijkheid van ouders voor verwonding van hun kind

Van ‘domme pech’ naar ‘fout van de ouder’

In het verleden liepen kinderen een groot risico om tijdens hun jeugd ernstig ziek te worden of gewond te raken. De kindersterfte was enorm groot en het aantal kinderen dat ernstig ziek of onherstelbaar verminkt was, was nog veel groter. Verbranding was een van de belangrijkste oorzaken van verwonding van kinderen.

Gelukkig is tegenwoordig het aantal kinderen dat zonder ernstige ziekte of verwonding door zijn jeugd komt veruit in de meerderheid. En ook het aantal verbrandingen is nog nooit zo laag geweest. Dat is niet alleen het resultaat van de dramatisch toegenomen welvaart. Voor een belangrijk deel is het ook het resultaat van het werk van eeuwen waarin de oorzaken van verwonding bij kinderen steeds maar weer zijn opgespoord en uitgeschakeld of verkleind.

Op deze wijze is in een proces van eeuwen het oplopen van een letsel in het gezin veranderd van een geval van pech dat iedereen kon overkomen, tot een geval waarin een volwassene mogelijk niet heeft gedaan wat hij had moeten en kunnen doen om dat letsel te voorkomen.

Moreel verwijtbaar en juridisch aansprakelijk

Het is belangrijk om voor ogen te houden dat ouders niet altijd in morele zin een ernstig verwijt kan worden gemaakt als zij toch in juridische zin aansprakelijk zijn. Het is zeker niet altijd uit domheid of slechtheid van de ouders dat een kind een verwonding oploopt. Het is onlosmakelijk met het grootbrengen van een kind verbonden dat er, ondanks de allerbeste bedoelingen van de ouders, toch af en toe een situatie ontstaat die gevaarlijk is voor het kind.

Het Nederlandse recht schrijft voor dat een ouder zich zorgvuldig tegenover zijn kind moet gedragen. Het kind heeft recht op een veilige omgeving en het is de verantwoordelijkheid van de opvoeder om die te waarborgen. De ouder die deze juridische plicht schendt is aansprakelijk voor de gevolgen.

Ik denk dat er op de wereld echter nauwelijks een ouder te vinden is die nooit heeft gedacht: “daar is mijn kind mooi aan ontsnapt, ik had de situatie of het risico niet goed ingeschat.“ Zelfs een zorgvuldige ouder doet af en toe wel eens iets wat tegenover zijn kind onzorgvuldig was. Juridisch gezien had die situatie kunnen en moeten worden voorkomen. Als daar schade voor het kind uit voortkomt, is de ouder daar juridisch voor aansprakelijk.

Voor wiens rekening komt de schade?

Veel ouders zullen direct protesteren bij het lezen van het bovenstaande. Zij zullen vinden dat het een idioot idee is om ouders de schade te laten vergoeden die hun kind heeft opgelopen door een letsel waarvoor de ouder aansprakelijk is. Wie protesteert moet echter wel beseffen dat wij het hier hebben over echte schade die het kind heeft geleden, zoals inkomensschade, de kosten van medische en paramedische verzorging en smartengeld. Het hangt natuurlijk geheel van de aard en de ernst van het letsel en van het kind af om welke schadeposten en hoeveel schade het in een individueel geval gaat.

Wie het niet eerlijk vindt om de ouder die de schade heeft laten ontstaan voor die bedragen te laten opdraaien, krijgt al snel een wedervraag te beantwoorden: is het eerlijk om het kind, dat de pijn en het verdriet en de beperkingen van zijn verwondingen al moet dragen, nu ook nog voor de schade die de verwonding heeft veroorzaakt te laten opdraaien? Wat is daar nu eerlijk aan?

Hoe zit het juridisch?

Hierboven zagen we al dat het Nederlandse recht betrekkelijk eenvoudig is: wie aan een ander door zijn onzorgvuldig handelen schade toebrengt moet die schade over het algemeen vergoeden. Dat geldt ook voor de ouder ten opzichte van zijn kind.

Als de schade is ontstaan doordat de ouder onzorgvuldig tegenover het kind heeft gehandeld ontstaat echter al snel de situatie waarbij de ouder, optredend als vertegenwoordiger van het kind, zichzelf aansprakelijk moet stellen voor een ontstane schade. Veel ouders doen dat natuurlijk niet. In de eerste plaats omdat zij niet beseffen dat zij eigenlijk namens hun gewonde kind tegen zichzelf in actie moeten komen om de rechten van het kind veilig te stellen. Maar ook komen veel ouders niet in actie omdat zij er geen barst voor voelen om een schadevergoeding aan kun kind te gaan betalen. Daarmee zijn de ouders echter nog niet van het probleem af.

Verjaring

In het aansprakelijkheidsrecht geldt over het algemeen een verjaringstermijn van vijf jaar. Wie na die termijn zijn schade nog claimt kan met die claim niet meer naar de rechter. In het geval van een ouder die aansprakelijk is voor de schade van zijn kind zou dat kunnen betekenen dat de ouder de verjaringstermijn van de aanspraak van het kind zou kunnen laten verlopen. Op die manier zou de ouder nooit iets aan het kind hoeven te betalen. Om die situatie te voorkomen heeft de wetgever bepaald dat een verjaringster mijn van een kind tegen een ouder wordt verlengd tot zes maanden na het meerderjarig worden van het kind. Binnen die zes maanden moet het kind de ouder aansprakelijk stellen, als hij of zij dat wil. Doet het kind dat tijdig, dan heeft hij daarna weer de gebruikelijke vijf jaar alvorens hij de verjaringstermijn opnieuw moet stuiten om deze te verlengen.

Verzekering

Bij kwesties als deze is natuurlijk de vraag aan de orde uit wiens portemonnee de schade uiteindelijk moet worden betaald. Immers, als de ouders de schade ‘uit eigen zak’ moeten betalen dan kan dat in de familie ‘merkwaardige’ verwikkelingen geven.

Ligt anders als de aangesproken ouder een WA–verzekering heeft. In dat geval krijgt het kind de schade vergoed door de verzekering van de ouder. Nu hebben vrijwel alle “gezin WA verzekeringen" een uitsluitingclausule die zegt dat er niet wordt uitgekeerd bij aansprakelijkheid tussen gezinsleden onderling. Op zichzelf is dat gek, want juist in het gezin lopen veel mensen enorme schades op.

In een ‘klassiek’ gezin, waarin de ouders de eigen kinderen opvoeden zal er dus veelal geen verzekering aanwezig zijn die dekking verleent. Bij de grote groep samenlevingsvormen die bestaan uit een of meer volwassenen met een of meer niet eigen kinderen is er vaak wel dekking omdat het gewonde kind niet behoort tot het ‘gezin’ van de aansprakelijke volwassene.

Conclusie: ·‘aansprakelijke ouders’ een gezonde ontwikkeling?

De VvLS vindt het een gezonde ontwikkeling dat kinderen de schade vergoed kunnen krijgen die zij hebben opgelopen bij een verwonding door onzorgvuldigheid van een ouder. Daar zijn twee goede redenen voor. Ten eerste is het niet eerlijk en niet nodig om verwonde kinderen naast de pijn, het verdriet en de beperkingen ook nog de volledige schade voor hun eigen rekening te laten nemen. Dat hoeft niemand in dit land en er is geen enkele reden waarom nu uitgerekend kinderen die in het gezin gewond zijn geraakt niet schadeloos gesteld zouden hoeven worden.

Bovendien werkt het aansprakelijkheidsrecht over het alge­ meen als een van de beste middelen om het aantal ongevallen naar beneden te krijgen. Een samenleving die weet waar er precies ongelukken gebeuren en die de ontstane schade niet laat voor rekening van het toevallige slachtoffer laat is in staat om de oorzaken weg te nemen en het aantal ongevallen uiteindelijk nog verder naar beneden te krijgen.

Nieuws van VvLS

De VvLS gaat de beurs op!

De VvLS is een stap verder om haar naamsbekendheid te vergroten. Zo stond zij onlangs met stand bij de Spreekuurhoudersdag van de Landelijke Vereniging Arbeidsongeschikten en had zij een stand bij de bijeenkomst van de Vereniging van Mensen met Brandwonden en de Brandwondenstichting. Van 8 t/m 12 oktober aanstaande zal zij deelnemen aan het Etos Event, welke zal plaatsvinden in de Jaarbeurshallen te Utrecht. Dit is een beurs voor Health en Beauty, georganiseerd door Etos, Top Sante en Flair. Op deze beurs zal de VvLS samen met 4 andere patiëntenorganisaties vertegenwoordigd zijn onder de noemer “Bij een patiëntenorganisatie voelt u zich beter". Op deze manier hoopt de VvLS nog meer mensen te kunnen helpen en veel leed te besparen.

Bewaarnummer 9 − Juli 2003