1 Voorwoord redactie
Een anker
biedt opvarenden houvast en veiligheid, en daarmee is het anker van
oudsher uitgegroeid tot het algemene symbool van hoop en vertrouwen.
Het anker voor letselschade-slachtoffers is hun belangenbehartiger.
Hij of zij biedt houvast, veiligheid en stabiliteit waarbij de
vertrouwensrelatie tussen belangenbehartiger en cliënt van cruciaal
belang is. Bij het ontbreken hiervan en zeker na een
vertrouwensbreuk is het haast onmogelijk de belangenbehartiger als
anker te beschouwen. In dit journaal is er uitgebreid aandacht voor
vertrouwensrelaties en vertrouwensbreuken tussen
letselschade-slachtoffers en hun belangenbehartigers. Zoals u van
ons gewend bent hebben wij enkele interessante ervaringen van
slachtoffers over dit onderwerp voor u geselecteerd.
Ook kunt u
in dit journaal meer lezen over gesubsidieerde rechtsbijstand.
Veelal is dit systeem niet helder voor slachtoffers en hiermee
worden ze pas aan het einde van hun letselschade-traject
geconfronteerd. Dit resulteert regelmatig in ontevredenheid over en
soms in een vertrouwensbreuk met de belangenbehartiger. Vele
slachtoffers vinden, wanneer zij terugkijken, dat hun
belangenbehartiger het systeem zorgvuldiger had moeten toelichten.
Het artikel belicht enkele aandachtspunten in letselschade-zaken op
basis van toevoeging.
Daarnaast
aandacht voor Cranio-Sacraaltherapie. Het uitgangspunt van
Cranio-Sacraaltherapie is het lichaam zo veel mogelijk te laten
functioneren zoals het bedoeld is en het zelfherstellend vermogen te
stimuleren. Het soort klachten dat baat zou kunnen hebben bij deze
therapie is zeer divers; echter, onder letselschade-slachtoffers
zijn het vooral lotgenoten met nek- en rugletsel die met deze
therapie ervaring hebben.
Tot slot
zijn er zoals u van ons gewend bent oproepjes en actualiteiten. Veel
leesplezier!
2 Vertrouwensbreuk
Vertrouwensrelaties en
−breuken met belangenbehartigers
Een advocaat moet de rechtspositie
van zijn cliënt kunnen waarborgen door het geven van juridisch
advies en het vertegenwoordigen van zijn cliënt in juridische
conflicten. De cliënt mag ervan uitgaan dat hij of zij een
vertrouwensrelatie heeft met zijn advocaat en derhalve in volstrekte
vertrouwelijkheid kan communiceren met zijn belangen-behartiger.
Verder mag de cliënt erop vertrouwen dat zijn advocaat primair de
belangen van zijn cliënt nastreeft. Deze vertrouwensrelatie tussen
advocaat en cliënt is van cruciaal belang. Zij vergt van iedere
advocaat een strikte ethiek. Om een goede beroepsuitoefening te
waarborgen is vastgelegd dat een advocaat aan de volgende
kernwaarden moet voldoen: onafhankelijkheid, partijdigheid,
integriteit, vertrouwelijk-heid, deskundigheid en publieke
verantwoordelijkheid.
Schending van de
geheimhoudingsplicht en vertrouwensrelatie resulteert niet in
strafrechtelijke vervolging. Anders dan bij een dergelijke schending
door juristen of schaderegelaars kan er bij schending door advocaten
eventueel een klacht worden ingediend bij het tuchtcollege van de
Nederlandse Orde van Advocaten. In aansluiting hierop kunnen
disciplinaire maatregelen genomen worden, variërend van een
berisping tot ontzetting uit het beroep.
Onderzoeker Michael Faure
constateert dan ook in het algemeen: “van een advocaat kan de
[rechtzoekende] kwalitatief betere dienstverlening verwachten. De
advocaat is aan tuchtrecht en beroepscommissies onderworpen waardoor
de kwaliteit van dienstverlening is gewaarborgd. Op juridische
dienstverleners is nauwelijks toezicht. Iedereen kan zich opwerpen
als letselschade-expert”, zoals te lezen was in het Letseljournaal
nummer 24.
Er zijn veel verschillende
oorzaken voor vertrouwensbreuken tussen cliënten en
belangenbehartigers. Er zijn twee veelvoorkomende redenen onder
letselschade-slachtoffers voor een vertrouwensbreuk met hun
belangenbehartiger. De eerste reden is onduidelijke financiële
afspraken; dit komt tevens voor bij zaken op basis van toevoeging.
Vaak ontdekt de cliënt dit pas in de afwikkelingsfase waardoor een
vertrouwensbreuk meestal onvermijdelijk is. Hoe eerder dergelijke
onduidelijkheden in het traject worden geïdentificeerd, hoe beter de
partijen in staat zijn bij te sturen en een vertrouwensbreuk te
mijden.
De tweede veelvoorkomende reden
voor een vertrouwensbreuk is belangen-verstrengeling bij de
belangenbehartiger waardoor volgens cliënt zijn belangen niet
primair worden nagestreefd. Het gaat dan veelal om
verzekeringsgerichte belangen-behartigers die bovenal de belangen
van de verzekeraar nastreven of belangen-behartigers die vooral hun
eigen belangen voorop stellen.
Hierna volgen twee
ervaringsverhalen van slachtoffers die van de ene dag op de andere
totaal het vertrouwen in hun belangenbehartiger kwijt raakten.
3 Ervaringsverhaal van Jo
Het ongeval
In 1998 struikelde Jo
over los- en scheefliggende stoeptegels op een openbaar plein. Als
gevolg daarvan liep Jo een hoge partiële dwarslaesie op. Na een
maand ziekenhuisopname kon Jo zich per rollator voorzichtig
voortbewegen. Een halfjaar revalidatie en therapie had tot gevolg
dat er niet veel verbetering mogelijk was, Jo beweegt zich sindsdien
voort op krukken.
Dit ongeval heeft
enorme consequenties gehad voor Jo. Hij moest stoppen met zijn
bedrijf in witgoed terwijl de garantieverplichtingen doorliepen. Hij
verplichtte zich bij de verkoop van bijvoorbeeld wasmachines en
drogers om reparaties te verrichten. Deze verplichtingen kon hij na
zijn ongeval niet meer nakomen zonder dit werk uit te besteden.
Daardoor is hij in ernstige financiële problemen gekomen. Jo moest
persoonlijke bezittingen verkopen om aan zijn verplichtingen te
kunnen voldoen. De zoon van Jo verkocht zelfs zijn eigen woning mede
om zijn vader financieel te helpen.
De
letselschade-zaak
De gemeente en haar
verzekeraar hebben de aansprakelijkheid erkend maar slechts 20% van
de totale schade uitgekeerd. De voortdurende juridische strijd gaat
dan ook voornamelijk om de hoogte van de schade die voortvloeit uit
de genoemde garantieverplichtingen. De tegenpartij wil meer bewijs
en stelt zich op het standpunt dat een deel van deze verplichtingen
pas na het ongeval zijn aangegaan.
De tegenpartij heeft
inmiddels vier schadebureaus ingeschakeld om dit dossier te
behandelen. De inhumane en onsympathieke houding van de tegenpartij
werd Jo al snel duidelijk. Zo merkte een schade-expert van de
tegenpartij op dat het voor de aansprakelijke verzekeraar beter was
geweest als Jo ter plaatse was overleden, dan was de verzekeraar
gevrijwaard van alle kosten.
Eerste
belangenbehartiger
Jo's eerste
belangenbehartiger was een LSA-advocaat. Door diverse beroepsfouten
en belangenverstrengelingen verloor Jo totaal het vertrouwen in zijn
belangenbehartiger en besloot geen gebruik meer te maken van de
diensten van deze advocaat. Zo stuurde deze belangenbehartiger
bijvoorbeeld Jo’s medisch dossier van een andere
verzekeringsmaatschappij aan de aansprakelijke verzekeraar ondanks
nadrukkelijk schriftelijk verbod van zijn cliënt om dit te doen.
Tevens bleek al snel dat deze belangenbehartiger meer belangstelling
had voor zijn eigen belangen en die van de verzekeraar. Dat is niet
verwonderlijk aangezien de aansprakelijke verzekeraar het honorarium
van zijn belangenbehartiger betaalde. Voor wie werkt een dergelijke
belangenbehartiger dan?
Huidige
belangenbehartiger
Het werd Jo al snel
duidelijk hoe essentieel een goede en integere belangenbehartiger
met ruggengraat is voor een letselschade-zaak. Inmiddels heeft Jo al
vier belangenbehartigers gehad. Zijn huidige belangenbehartiger
wordt niet betaald door de aansprakelijke verzekeraar. Het voordeel
daarvan is dat er geen belangenverstrengeling kan ontstaan. Zijn
advocaat werkt geheel onafhankelijk van de aansprakelijke
verzekeraar. Dat is zeer aangenaam. Het grote nadeel is dat Jo elke
maand een bedrag moet betalen aan zijn advocaat terwijl hij daarvoor
financieel nauwelijks ruimte heeft.
Kortom, met veel
moeite heeft Jo zijn rechtshulp goed geregeld. De tegenpartij
probeert echter toch tussen Jo en zijn belangenbehartiger te komen.
De verzekeraar heeft namelijk Jo's belangenbehartiger
buitengerechtelijke kosten aangeboden (en reeds betaald) om de
financiële verwachtingen van Jo te temperen. Dit acht Jo een poging
tot omkoping. Gelukkig was deze poging tevergeefs.
Dat de aansprakelijke
verzekeraar een minnelijke regeling bij de belangenbehartiger zou
willen kopen voor het schamele bedrag van € 2.000 blijkt uit de
volgende brief van het expertisebureau ingeschakeld door de
tegenpartij aan Jo's belangenbehartiger:
“…Desondanks is
[de aansprakelijke verzekeraar] coulancehalve en zonder daartoe
gehouden te zijn nog eenmaal bereid een aanvullend voorschot onder
algemene titel ten bedrage van € 2.000 betaalbaar te stellen. Dit
voorschot kan door [Jo] worden aangewend ter voldoening van uw
kosten.
Ik benadruk
nogmaals dat [de aansprakelijke verzekeraar] haar standpunt
handhaaft, dat de reeds door u gemaakte kosten en in de toekomst nog
te maken kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dit is
slechts anders indien en voor zover de onderhavige kwestie met
behulp van uw inspanningen alsnog minnelijk kan worden geregeld
tegen finale kwijting. Het voornoemde voorschot ter voldoening van
uw kosten ten bedrage van € 2.000 wordt slechts eenmalig betaalbaar
gesteld in de hoop dat uw inspanningen zullen bijdragen aan een voor
alle partijen bevredigende minnelijke regeling van deze zaak. Ik
merk nu reeds op dat eventuele toekomstige verzoeken om aanvullende
voorschotbetalingen ter voldoening van door u gemaakte kosten niet
zullen worden gehonoreerd.
Ik verneem graag
van u of u bereid bent inhoudelijk op mijn brief van 22 augustus jl.
te reageren en een serieuze poging te ondernemen teneinde [Jo] te
bewegen tot het doen van een redelijk voorstel ter finale
afwikkeling van de onderhavige kwestie, indien [de aansprakelijke
verzekeraar] een aanvullend voorschot onder algemene titel ten
bedrage van € 2.000 betaalt.”
Gelukkig gaat de huidige
belangenbehartiger van Jo niet in op dergelijke verzoeken. Er is
geen sprake van dat hij zichzelf zou laten betalen om de claim van
Jo drastisch naar beneden bij te stellen.
Naast zijn lopende
letselschade-zaak heeft Jo inmiddels tevens zijn eerste
belangenbehartiger aansprakelijk gesteld voor de gemaakte
beroepsfouten die zijn zaak nadelig hebben beïnvloed. De VvLS houdt
u op de hoogte van de ontwikkelingen in deze zaak.
Jo helpt graag lotgenoten. Wil je met Jo in contact komen?
Stuur dan een email naar 3110@kpnplanet.nl of info@vvls.nl.
4 Gesubsidieerde rechtsbijstand
Belangenbehartiging
op basis van toevoeging:
hoe werkt
het, wie komt hiervoor in aanmerking en wat zijn de nadelen
Vaak ontstaat er een
vertrouwensbreuk tussen een cliënt en zijn of haar
belangenbehartiger in letselschade-zaken op basis van een zogenaamde
toevoeging. Onverwachte kosten voor de cliënt en onverwachts
gesloten dossiers zijn geen uitzondering. Het grootste probleem is
dat het toevoegingsysteem niet duidelijk is voor een groot aantal
slachtoffers dat gebruik maken van dit systeem. Als na enkele jaren
het systeem geleidelijk duidelijk begint te worden is het vaak te
laat en lijkt een vertrouwensbreuk onontkoombaar. Hierna volgt een
toelichting op gesubsidieerde rechtshulp en de aandachtspunten
binnen dit systeem voor letselschade-slachtoffers.
Gesubsidieerde rechtshulp
In bepaalde gevallen kunt u,
wanneer u zelf niet voldoende inkomen en vermogen heeft om een
advocaat te betalen, een beroep doen op de overheid (via de Raad
voor Rechtsbijstand) om een deel van de kosten voor een advocaat
vergoed te krijgen. In dat geval spreken we van gesubsidieerde
rechtshulp en de advocaat werkt dan op basis van 'toevoeging'. U
betaalt zelf alleen een kleine eigen bijdrage waarvan de hoogte
afhankelijk is van uw inkomen en vermogen. De eigen bijdrage om een
advocaat op basis van toevoeging uw zaak te laten behartigen
varieert ongeveer tussen € 100 en € 750.
Voorwaarden
gesubsidieerde rechtshulp
Om in aanmerking te komen voor
deze regeling mag het inkomen en vermogen niet te hoog zijn. Er
wordt bij het beoordelen hiervan gekeken naar uw inkomen en vermogen
van twee jaar voor het lopende jaar van de aanvraag. Dat jaar wordt
het peiljaar genoemd. Als u bijvoorbeeld in 2009 een aanvraag doet,
gaat het om uw fiscale gegevens van 2007. Wanneer uw inkomen of
vermogen inmiddels flink is gedaald, kunt u de Raad voor
Rechtsbijstand verzoeken om het peiljaar te verleggen.
Om in aanmerking te komen voor
gesubsidieerde rechtshulp moet in de eerste plaats uw bruto
verzamelinkomen lager zijn dan € 23.800 voor alleenstaanden en €
33.600 voor gehuwden, eenoudergezinnen, geregistreerde partners of
samenwonenden. Deze grenzen worden jaarlijks herzien.
Verder heeft u geen recht op
gesubsidieerde rechtsbijstand als uw vermogen van twee jaar geleden
meer was dan het heffingvrije vermogen. Om te beoordelen of hiervan
sprake is, kunt u nagaan of u destijds belasting in box 3 betaalde.
Is dit het geval, dan is uw vermogen te groot om een
belangenbehartiger op basis van toevoeging aan te vragen.
Nadelen
gesubsidieerde rechtshulp
Een nadeel van dit systeem is
dat lang niet alle advocaten werken op basis van toevoeging. Het zou
dus goed kunnen dat het niet mogelijk is om uw zaak onder te brengen
bij de advocaat waar uw voorkeur naar uit gaat.
Een ander groot nadeel van dit
systeem is dat het vaak voor het slachtoffer niet helder is welk
financieel risico hij of zij zelf neemt. Na afloop van een procedure
zal op basis van een voorwaardelijke toevoeging worden gekeken naar
het 'financiële resultaat', in het geval van een letselschade-zaak
wordt er gekeken naar de schadevergoeding die u heeft ontvangen. Als
deze vergoeding hoger is dan 50% van het voor u geldende
heffingvrije vermogen in het peiljaar, veelal loopt dit op vanaf €
10.000 afhankelijk van factoren zoals leeftijd en aantal kinderen,
dan wordt achteraf de toevoeging ingetrokken en moet u alsnog uw
advocaat zelf betalen.
De complexiteit zit in de twee
verschillende berekeningen van de vergoeding voor advocaten. Op
basis van toevoeging ontvangt de advocaat geen expliciete
uurvergoeding zoals gebruikelijk is bij betalende cliënten. Zijn
vergoeding is forfaitair van aard. Dit betekent dat het gaat om een
vastgesteld bedrag als vergoeding, onafhankelijk van de gemaakte
uren. Dit bedrag is afhankelijk van de soort zaak. Per zaak is een
bepaald aantal punten vastgesteld, gemiddeld rond de tien punten.
Deze punten staan gelijk aan de gemiddelde tijd die aan een
dergelijke zaak wordt besteed. Het puntenaantal wordt
vermenigvuldigd met een basisbedrag. Dit basisbedrag wordt ieder
jaar geïndexeerd. Vanaf 1 juli 2008 bedraagt het € 107,02.
Echter, mocht de
voorwaardelijke toevoeging uiteindelijk ingetrokken worden en de
cliënt alsnog de advocaat zelf moeten betalen dan geldt opeens het
commerciële uurtarief. In dat geval zijn urenspecificaties,
uurtarief en specificatiefactor wel essentieel, en dus zijn
dergelijke gegevens reeds bij aanvang van het traject van belang.
Vaak gaat het na vele jaren aan
het einde van een letselschade-traject mis; met name na een kostbare
gerechtelijke procedure. Bij succesvol afgewikkelde zaken met een
schadevergoeding hoger dan 50% van het heffingvrije vermogen (dus
circa hoger dan € 10.000) wordt het slachtoffer opeens
geconfronteerd met onverwachte nota's van het advocatenkantoor; soms
kan het slachtoffer deze nota's nog maar net betalen van de
uitgekeerde schadevergoeding.
Stel, een 34-jarige vrouw
zonder kinderen is een letselschade-zaak gestart op basis van een
voorwaardelijke toevoeging. Haar eigen bijdrage is € 154. Als de
uitgekeerde vergoeding hoger is dan 50% van het heffingvrije
vermogen, in dit geval gesteld op € 10.007, dan wordt achteraf de
toevoeging ingetrokken en moet het slachtoffer alsnog de advocaat
zelf betalen. Zo kan het zijn dat een buitengerechtelijke (dus
zonder rechtszaak) schade-uitkering van € 10.000 voordeliger is voor
mevrouw dan een schade-uitkering van € 50.000 na een gerechtelijke
procedure (een procedure die volgt na een buitengerechtelijk traject
zonder resultaat). Voor haar belangenbehartiger is echter de
schade-uitkering van € 50.000 voordeliger aangezien er meer uren
zijn gemaakt en alle uren tegen een commercieel tarief kunnen worden
gedeclareerd.
In gerechtelijke procedures kan
tevens een niet-succesvolle afwikkeling leiden tot onverwachte
kosten aan de zijde van de benadeelde. In een verloren
letselschade-zaak gedurende een gerechtelijke procedure op basis van
toevoeging hoeft het slachtoffer de eigen proceskosten niet te
betalen maar wordt het slachtoffer wel veroordeeld tot betaling van
de proceskosten van de tegenpartij.
Geïnformeerde beslissing
Door dit complexe systeem
overzien vele slachtoffers de consequenties daarvan niet. Vervolgens
laten zij het volledig aan hun belangenbehartiger over alles inzake
de gesubsidieerde rechtshulp te coördineren en verdiepen zij zich
totaal niet in het systeem. Tevens verdiepen zij zich niet in de
gemaakte uren van hun advocaat en het gehanteerde commerciële
uurtarief. Beslissingen worden niet genomen na zorgvuldige afweging
van de verschillende mogelijke scenario's; meestal worden
beslissingen genomen in het licht van gratis rechtsbijstand. Dit is
zeer onverstandig en kan resulteren in onenigheden aan het eind van
de rit. Uiteraard heeft de belangen-behartiger een
verantwoordelijkheid om zijn cliënt adequaat te informeren.
Voor meer informatie neemt u contact op met de VvLS of surft u
naar www.rvr.org.
5 Ervaringsverhaal van Caroline
Resultaat na
tien jaar:
Schadevergoeding €
49.650, verhaalskosten € 48.550
Commentaar
belangenbehartiger: “Je heb er toch nog iets aan overgehouden!”
Het ongeval
Op 3 november 1996 liep
Caroline, toen 31 jaar, op een openbaar wandelpad waarbij zij opeens
moest wegvluchten voor een agressief rund dat haar aanviel. Zij
heeft zichzelf in veiligheid geprobeerd te brengen door over een
beek te springen. Helaas haalde zij de overkant niet en eindigde ze
in de beek. Daarbij kwam ze ongelukkig terecht op een grote steen en
liep ze een open enkelfractuur op. Met veel moeite klom ze aan de
overkant uit de beek. Ze schreeuwde om hulp. Gelukkig kalmeerde het
dolle rund uiteindelijk en kwam het tot stilstand aan de kant van de
beek vanaf waar zij net had gesprongen. Vanaf dat moment had ze
eindelijk aandacht voor zichzelf en haar letsel.
Daar lag ze dan, tussen de
brandnetels met een naar binnen geklapte voet en een gapende wond.
Caroline beschrijft achteraf dat ze zich op dat moment erg moest
concentreren op een ander deel van haar lichaam om de bijtende pijn
niet te voelen. In de ambulance werd haar direct serieuze
pijnbestrijding toegediend en na een week in het ziekenhuis te
hebben verbleven werd ze ontslagen met een externe fixatie aan haar
onderbeen. Haar revalidatie heeft lang geduurd; vanaf het begin was
het reeds duidelijk dat er sprake zou zijn van blijvend letsel aan
haar enkel. De belastbaarheid van haar enkel is flink beperkt, zo
kan Caroline bijvoorbeeld niet op haar hurken zitten, een ladder
beklimmen of lang staan en lopen.
Aanvang van
de letselschade-zaak
Al snel had de echtgenoot van
Caroline de eigenaar van het rund aansprakelijk gesteld waarna
vervolgens de aansprakelijke verzekeraar werd ingeschakeld. De
aansprakelijk-heid werd omstreeks mei 1997 erkend. Tegelijkertijd
zochten Caroline en haar echtgenoot in de eerste maanden van 1997
een goede belangenbehartiger. Hun eerste oriënterende gesprek met
een belangenbehartiger was helemaal in het teken van zijn financiële
afwikkeling. De vonk wilde maar niet overslaan en dus zochten zij
verder.
Uiteindelijk namen ze een
LSA-advocaat in de arm om hun belangen te behartigen. De zaak werd
door het kantoor op basis van toevoeging (pro Deo) behandeld.
Eerste
scheurtjes in vertrouwensrelatie
Gedurende het
buitengerechtelijke traject waren er naast enkele positieve
ervaringen tevens vele negatieve ervaringen met dit kantoor. Zo was
het erg positief dat de belangenbehartiger twee keer dreigde met een
kort geding waarna tot tweemaal toe een voorschot zonder vertraging
werd overgeboekt door de aansprakelijke verzekeraar op de rekening
van de benadeelde.
Maar dit resultaat werd
overschaduwd door vele kleine onzorgvuldigheden. Zo was op een
gegeven moment de aansprakelijkstelling zoekgeraakt terwijl dit in
het dossier op het kantoor had moeten zitten. Gaandeweg werd voor
Caroline duidelijk dat het aantal fouten en de grootte van deze
fouten toenamen.
De goede relatie met de
verzekeraar werd op het spel gezet door buitensporig veel en zelfs
incorrecte uren direct bij deze aansprakelijke verzekeraar te
declareren. Het ging onder andere om uren die in deze zaak gemaakt
zouden zijn ver voor de datum van het ongeval, dus ook ver voordat
Caroline haar belangenbehartiger überhaupt had ontmoet. Tevens ging
het om uren die misschien in andere zaken gemaakt zijn maar in elk
geval geen enkele relatie hadden tot Caroline’s zaak. De verzekeraar
reageerde al in 1999 afwijzend op de buitensporig hoge declaraties.
De stelling van de
belangenbehartiger was altijd dat als de aansprakelijkheid erkend
is, de aansprakelijke verzekeraar alle declaraties zou betalen.
Echter, pas in 2001 moest Caroline een overeenkomst tekenen waarin
het uurtarief, specialisatie factor en andere bepalingen stonden.
Uiteraard worden dergelijke afspraken meestal gedurende de
intakefase besproken en ondertekend. Caroline voelde zich erg onder
druk gezet om de documenten te tekenen aangezien haar
belangenbehartiger aangaf dat zijn kantoor de zaak niet verder kon
behartigen als zij de overeenkomst niet zou ondertekenen. Verder is
het Caroline en haar echtgenoot nooit duidelijk geworden hoe de
financiële afwikkeling precies zou verlopen in hun zaak op basis van
toevoeging en welke financiële risico's ze namen.
Op het moment dat de
intakepapieren vier jaar na de intake werden getekend was het
duidelijk dat een gerechtelijke procedure en een daarmee veranderde
kostenstructuur noodzakelijk was. Zo zal de aansprakelijke
verzekeraar de gerechtelijke kosten gedurende het traject niet
voorschieten. Na afwikkeling van de claim wordt er gerechtelijk een
vaste vergoeding toegewezen. De verliezende partij wordt veroordeeld
om deze kosten op zich te nemen. Caroline was in het geheel niet op
de hoogte van alle regels en consequenties in een zaak op basis van
toevoeging gedurende een gerechte-lijke procedure. Voor haar
betekende het slechts gratis rechtshulp.
Gerechtelijke procedures
Achteraf heeft Caroline haar
dossier ontvangen via de verzekeraar. Hieruit bleek dat er niet
altijd even adequaat gereageerd is door haar belangenbehartiger en
dat relevante informatie niet altijd is overlegd door deze
belangenbehartiger met zijn cliënte. Zo heeft de belangenbehartiger
een schikkingsvoorstel van de aansprakelijke verzekeraar niet met
Caroline besproken. Hierdoor is haar een mogelijkheid ontnomen het
traject buitengerechtelijk af te wikkelen. Zeker omdat dit voorstel
lag onder de toetsingsgrens die wordt gehanteerd door de Raad voor
Rechtsbijstand heeft ze sterk het gevoel dat er op zijn minst sprake
was van belangenverstrengeling. Haar belangen stonden haaks op die
van haar belangenbehartiger. De vraag is wiens belangen werden
behartigd en nagestreefd?
Het was opvallend dat haar
belangenbehartiger per se wilde procederen. Er werd geen evenwichtig
beeld geschetst over de voor- en nadelen van een gerechtelijke
procedure. Het schikkingsvoorstel heeft zij nooit gezien dus
destijds had ze de indruk dat het sluiten van de zaak zonder
schadevergoeding haar enige alternatief was.
Echter, voor een deskundige was
duidelijk dat er een vergoeding zou worden uitgekeerd aangezien de
aansprakelijkheid reeds was erkend. Het ging om de hoogte van de
schade en daar is dus uiteindelijk over geprocedeerd. In april 2005
lag er een eindvonnis. De uiteindelijk vastgestelde schadevergoeding
viel tegen maar hier hadden ze het bij kunnen laten. Wederom was het
de belangenbehartiger die graag in hoger beroep wilde. Op dat moment
werd Caroline niet medegedeeld wat de financiële afwikkeling zou
zijn als ze het hierbij zou laten. Dit werd niet als optie
besproken. Tevens werd ze niet gewezen op het thans groter wordende
risico aangezien ze ook nog eens veroordeeld kon worden in de
proceskosten.
Om in hoger beroep het hof tot
andere inzichten te laten komen moet er vaak nog veel werk worden
verricht. Het hoger beroep procedure werd door haar advocatenkantoor
uitbesteed aan een ander kantoor. Niet alleen had Caroline opeens
een andere belangenbehartiger die voor haar zaak pleitte, het werk
van dit kantoor was beneden peil. Het meeste tijd is waarschijnlijk
gebruikt om zich in het dossier te lezen. Eigenlijk werden dezelfde
argumenten op dezelfde manier gepresenteerd. Het resultaat was dan
ook eenzelfde vonnis. Het hof volgde de conclusies van de rechtbank,
het vonnis van de rechtbank werd bekrachtigd en daarmee had Caroline
de hoger beroep procedure verloren. Zij werd tevens veroordeeld in
de kosten van de tegenpartij. De totale schadevergoeding was
vastgesteld op € 49.650.
De inkt van het arrest was
amper droog of haar advocaat wilde in cassatie of, zoals hij zelf
aankondigde, 'er moet worden afgerekend als jullie nu stoppen'. Hij
had tot tweemaal toe telefonisch contact met Caroline op haar
verjaardag. Zijn eerste mededeling was 'je hebt er toch nog iets aan
overgehouden' en zijn tweede mededeling was 'geef het niet uit want
je moet mijn rekening betalen'. Een dag later volgde zijn nota met
urenspecificatie. De totaal nog te betalen verhaalskosten waren €
48.550.
Caroline was verbijsterd. Het
was toch op basis van toevoeging? De aansprakelijke verzekeraar zou
toch de meeste kosten vergoeden? Bij nadere bestudering van de nota
bleken hierin incorrecte uren te zijn opgenomen; bijvoorbeeld, uren
die reeds door de verzekeraar waren vergoed en uren die niet waren
gerelateerd aan haar dossier. De nota viel niet te bespreken met
haar advocaat maar hij bleef haar wel continu bestoken met brieven
inzake de afrekening.
Afwikkeling
De maat was meer dan vol. Ze
haalde haar advocaat van de zaak door de machtiging aan haar
advocaat inzake de derdengelden en belangenbehartiging in te
trekken. Caroline en haar echtgenoot hebben de laatste stappen in
hun letselschade-zaak zonder belangenbehartiger zelf genomen. Dit
ging over de vaststellingsovereenkomst en schadevergoeding.
Tegelijkertijd hebben zij zich gewend tot de Deken van de Orde van
Advocaten in het juiste arrondissement om in deze zaak te bemiddelen
inzake de verhaalskosten.
De zaak was een grote
opeenstapeling van onduidelijkheden en onjuistheden. De
administratie was niet helder en zorgde ervoor dat het tot aan het
einde onduidelijk was wie recht had op welk bedrag. Een eenmalige
machtiging aan de advocaat was nodig om zijn niet ingediende
declaraties alsnog bij de verzekeraar in te dienen. Zelfs in die
positie heeft de advocaat zich niet gehouden aan de gemaakte
afspraken en geprobeerd de schadeafhandeling alsnog te beïnvloeden
en frustreren.
De onbesliste statussen van de
verschillende toevoegingen compliceerden het totaal overzicht enorm.
Er zijn vijf toevoegingen aangevraagd gedurende het gehele traject.
Zo was er bijvoorbeeld een toevoeging specifiek aangevraagd voor de
hoger beroep procedure. Nu is de moeilijkheid in deze zaak, mede
door de inadequate administratie en communicatie, welk financieel
resultaat is behaald onder welke toevoeging en hoeveel uren hiervoor
zijn gemaakt. Als de toevoeging zou worden ingetrokken kan de
advocaat zijn commerciële tarief in rekening brengen, en wel bij
zijn cliënte. Als de toevoeging zou worden toegekend krijgt de
advocaat van de Raad voor Rechtsbijstand een vaste vergoeding die
aanzienlijk lager ligt dan zijn commerciële tarief. Hierin lopen de
belangen van cliënte en belangenbehartiger sterk uiteen en dat heeft
Caroline evident ervaren.
Caroline heeft achteraf gezien
zeer sterk het gevoel dat haar advocaat vanaf het begin van plan was
al zijn kosten af te wentelen op haar. Terwijl 'de meter' liep werd
haar keer op keer gegarandeerd door haar advocaat dat zijn kosten
onder de toevoeging vielen of door de verzekeraar zouden worden
vergoed. Echter, uit het dossier blijkt dat de advocaat verwachtte
en er zelfs voor pleitte dat de voorwaardelijke toevoegingen niet
tot uitkering zouden komen. En, de uren die hij hieraan besteedde
werden vervolgens bij Caroline in rekening gebracht. Zo maakte de
Raad voor Rechtsbijstand op een gegeven moment één voorwaardelijke
toevoeging definitief ten gunste van Caroline. Haar advocaat heeft
dit echter, geheel tegen de belangen van Caroline in, direct
aangevochten.
Na vele maanden van uitzoeken,
pleiten en doorzettingsvermogen kan Caroline deze zaak nu na meer
dan tien jaar afsluiten. Zij heeft inmiddels een schadevergoeding
ontvangen. Uiteindelijk heeft Caroline € 883 voor griffierkosten en
haar eigen bijdrage in gesubsidieerde rechtshulp moeten betalen.
Verder betaalde ze € 13.051 aan proceskosten waartoe zij veroordeeld
was gedurende de gerechtelijke procedures. De verhaalskosten van €
48.550 heeft zij kunnen terugbrengen naar € 13.934. Caroline is
opgelucht dat de zaak is afgewikkeld en zij wil graag samen met haar
echtgenoot lotgenoten in dezelfde situatie helpen.
Wil je meer weten over Caroline of met haar in contact komen?
Stuur dan een email met uw verzoek naar info@vvls.nl.
6 Wat is… Schadefonds Geweldsmisdrijven?
Het Schadefonds
Geweldsmisdrijven geeft een eenmalige financiële uitkering aan
slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven zoals diefstal met
geweld, mishandeling, bedreiging met een wapen, verkrachting en
huiselijk geweld. Deze uitkering is een tegemoetkoming in de
opgelopen schade waaronder medische kosten, loonderving en
smartengeld.
Voorwaarden
Als u aan de volgende twee
algemene voorwaarden voldoet is het te adviseren een eenmalige
financiële uitkering aan te vragen bij het Schadefonds
Geweldsmisdrijven.
1. U bent
slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf dat na 31 december 1972
in Nederland is gepleegd.
Het Schadefonds verstrekt geen
uitkering bij schade als gevolg van zakkenrollerij, woninginbraak of
verkeersongeluk. Zij kan alleen overgaan tot uitkering als er sprake
is geweest van opzettelijk geweld.
Nota bene, in sommige gevallen
komen ook nabestaanden van slachtoffers van geweldsmisdrijven in
aanmerking voor een vergoeding.
2. U heeft
door het geweldsmisdrijf ernstig letsel opgelopen (lichamelijk of
psychisch).
U heeft recht op een eenmalige
financiële uitkering van het fonds als u door een geweldsmisdrijf
ernstig letsel heeft opgelopen zoals een ontsierend litteken in uw
gezicht, missende voortand of psychisch trauma.
Aanvraag
Als u denkt dat u in aanmerking
komt voor financiële steun van het Schadefonds dan vult u een
aanvraagformulier in en stuur dit retour aan het Schadefonds. Ook
bij twijfel doet u er verstandig aan om een aanvraagformulier in te
sturen. Mocht u een belangenbehartiger hebben die reeds een
letselschade-zaak voor u is gestart dan is het verstandig alvorens
het formulier op te sturen dit eerst met uw belangenbehartiger te
bespreken.
Beslissing
Schadefonds
Als het Schadefonds uw
aanvraagformulier ontvangt maakt men daar direct een dossier aan.
Vervolgens wordt beoordeeld welke aanvullende informatie nodig is
zoals de aangifte, medische gegevens of andere bewijsstukken. Als
het dossier compleet is, wordt dit overgedragen aan de juristen van
het Schadefonds. De juristen moeten soms advies vragen bij de
medisch adviseur of nader onderzoek doen naar bepaalde schadeposten.
Uiteindelijk wordt de hoogte van de uitkering vastgesteld of wordt
uw aanvraag afgewezen. Deze beslissing krijgt u schriftelijk
medegedeeld. Het duurt gemiddeld vijf maanden vanaf het moment dat u
het aanvraagformulier verstuurt tot de schriftelijke beslissing van
het Schadefonds.
Hoogte
uitkering
Het Schadefonds keert uit bij
materiële en immateriële schade. Deze uitkering is een
tegemoetkoming in de schade, derhalve wordt in de meeste gevallen de
schade niet volledig vergoed.
De maximale uitkering voor
immateriële schade is € 9.100 en voor materiële schade is € 22.700.
Afhankelijk van de aard, de ernst en de gevolgen van het letsel
wordt de hoogte van deze eenmalige uitkering vastgesteld.
Voor meer informatie over het Schadefonds Geweldsmisdrijven
neemt u contact op met de VvLS of surft u naar www.schadefonds.nl.
7 Cranio-Sacraaltherapie
De ins en outs van
Cranio-Sacraaltherapie
De Cranio-Sacraaltherapie kent
vanaf de jaren tachtig een explosieve ontwikkeling, hoewel lang niet
iedereen van de werking is overtuigd. Deze therapie is ontstaan
vanuit de osteopathie, een Amerikaanse alternatieve geneeswijze die
is ontstaan in de 19e eeuw. Deze geneeswijze is gebaseerd op de
theorie van Andrew Taylor Still dat het lichaam in normale
omstandigheden en bij goede voeding zelf genezende stoffen kan
produceren tegen ziekte. Reden genoeg om te achterhalen wat
Cranio-Sacraaltherapie precies is en wat de ervaringen met deze
therapie zijn onder letselschade-slachtoffers.
Cranio-Sacraal systeem, vocht en ritme
Het Cranio-Sacraal systeem
bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg, het dikke vlies dat
daaromheen zit (dura mater) en het hersenvocht dat tussen die twee
vloeit. Het geheel wordt omgeven en beschermd door de botten van
schedel (cranium) en wervelkolom tot onder aan het heiligbeen
(sacrum). Binnen dit systeem bevindt zich ook het zenuwstelsel.
Dus, het Cranio-Sacrale vocht,
ook wel liquor genaamd, stroomt vanuit het hoofd langs het
ruggenmerg richting het heiligbeen en weer terug.
De stroming van Cranio-Sacraal
vocht heeft een bepaald ritme. Voor een geoefend persoon is dit
ritme in het hele lichaam te voelen. Ook blokkades in de stroom zijn
te voelen. Door op verschillende plekken in het lichaam het
Cranio-Sacrale ritme te voelen en hierin mee te gaan ontstaat een
diepe ontspanning.
Cranio-Sacraaltherapie
De behandelaar schenkt bij
Cranio-Sacraal-therapie niet alleen aandacht aan de klachten, maar
ook aan de mogelijke onderliggende oorzaken. Deze oorzaken kunnen
van fysieke aard zijn, van psychische aard of een combinatie
hiervan. Om deze reden is het dan ook niet mogelijk om een
standaardbehandeling voor een bepaalde klacht te geven.
Tijdens een behandeling van het
Cranio-Sacrale systeem kan een stillpoint optreden, een korte
periode waarbij het Cranio-Sacrale systeem stil valt. Daarbij ligt
bijvoorbeeld het ritme van de stroming van het Cranio-Sacrale vocht
vrijwel stil en wordt het denken stopgezet. De energie wordt dan
onttrokken aan de hersenen en ingezet voor reparatie van het
lichaam. Ook tijdens onze slaap kennen we stillpointperioden waarin
het lichaam zich herstelt.
De duur van een
Cranio-Sacraalbehandeling is afhankelijk van wat tussen therapeut en
cliënt wordt afgesproken. Een behandeling van een uur is normaal.
Het totaal aantal benodigde behandelingen is uiteraard afhankelijk
van de aard van de klachten en de reactie van de cliënt. Soms zal
een enkele behandeling volstaan, soms zijn meer behandelingen
gedurende langere tijd nodig. Uiteraard wordt dit in overleg tussen
therapeut en cliënt besproken, afhankelijk van wederzijdse
ervaringen en reacties.
Soort
klachten
Sommige behandelaars zullen
vooraf vragen stellen om inzicht te krijgen in de oorzaak en
samenhang van de klachten. Deze vragen kunnen betrekking hebben op
zowel fysieke als psychische klachten, op erfelijke aandoeningen,
ongelukjes, ongevallen of andere mogelijk gerelateerde factoren.
Aangezien
Cranio-Sacraaltherapie het lichaam uitnodigt weer zoveel mogelijk te
gaan functioneren zoals het bedoeld is en het zelfherstellend
vermogen stimuleert, is het soort klachten dat behandeld kan worden
zeer divers. Garanties kunnen echter ook bij deze therapie nooit
gegeven worden. Ook zonder concrete klachten kan behandeling worden
aanbevolen ter bevordering van innerlijke rust en algeheel
welbevinden.
Klachten waarbij de therapie
mogelijk kan helpen zijn onder andere hoofdpijnen, nek- en
schouderklachten, chronische vermoeidheid, rugklachten,
slaapstoornissen en posttraumatische klachten. Zo kan de
Cranio-Sacraaltherapie een aanvullende therapie zijn voor whiplash
patiënten.
Vergoeding
Wetenschappelijk onderzoek naar
de Cranio-Sacraaltherapie en zijn effecten is in volle gang. De
positieve ervaringen zorgen niet alleen in Amerika, maar ondertussen
ook in Europa voor steeds meer bekendheid en acceptatie.
De Nederlandse Cranio-Sacraal
Vereniging (NCSV) adviseert haar therapeutleden over tarieven van
een behandeling. Het tarief van een sessie kan variëren naar gelang
de tijdsduur, waarbij een prijs per uur ongeveer tussen € 50 en € 75
zal liggen. Cranio-Sacraal behandelingen gegeven door in het
NCSV-therapeutenregister opgenomen therapeuten worden (deels)
vergoed door zorgverzekeraars. De vergoeding is uiteraard
afhankelijk van de door de verzekerde afgesloten aanvullende
verzekering. Een NCSV-geregistreerde therapeut zal u kunnen helpen
bij het indienen van een aanvraag voor vergoeding.
Bron: www.cranio-sacraal.org
Voor meer informatie neemt u contact op met de Nederlandse
Cranio-Sacraal Vereniging (www.cranio-sacraal.org).
Ervaringsverhaal
De VvLS heeft een
letselschade-slachtoffer gevraagd zijn ervaring met
Cranio-Sacraal-therapie te delen met lotgenoten. Dit is zijn
verslag.
In het kort
mijn situatie
Als begin dertiger heb ik twee
auto ongevallen meegemaakt, waarbij ik in beide gevallen nekletsel
heb opgelopen. Van het eerste ongeval ben ik alweer ruim zeven jaar
volledig hersteld. Vanuit het re-integratietraject dat ik destijds
doorlopen heb ben ik in contact gekomen met haptonomie. Als
bijzonder rationeel ingesteld persoon bracht dit voor mij een echte
verandering tot stand. Na mijn herstel heb ik voorts onder andere
middels haptonomie blijvend aandacht gegeven aan mijn valkuilen.
Waarom
Cranio-Sacraaltherapie
Via via werd ik medio oktober
2008 getipt om eens een Cranio-Sacraaltherapie te ondergaan. Een
voorwaarde voor mij was dat de therapeut een medische achtergrond
zou hebben om het risico te minimaliseren een te zweverige aanpak te
ondergaan. Mijn therapeut was zowel een geregistreerde therapeute
als manueel- en fysiotherapeut.
Het eerste
consult
Naast het feit dat ik rationeel
ben ingesteld ben ik ook nog eens behoorlijk kritisch. Ik heb het
geluk gehad dat mijn therapeute (in mijn geval een vrouw) hiertegen
is opgewassen. Ik had vrijwel direct een klik met haar. Het eerste
consult duurde ruim anderhalf uur. De eerste 45 minuten is besteed
aan een intake gesprek, het doornemen van mijn klachten, valkuilen
en verwachtingen. Dit vond op een heel ontspannen en relaxte manier
plaats. Hierna heb ik de feitelijke behandeling ondergaan.
De
behandeling
Over de feitelijke fysieke en
mentale reacties van het lichaam op de therapie, vanuit een medisch
oogpunt, is voldoende geschreven op internet. Ik beperk mij derhalve
tot wat er feitelijk gebeurde en wat het met mij deed. Ik ging
aangekleed liggen op de behandeltafel die gelijk is aan die van een
fysiotherapeut. Vervolgens legde de therapeute haar handen op mijn
voeten. Vervolgens onder mijn rug, op mijn buik, onder mijn nek en
op mijn hoofd. Deze reis van haar handen, in mijn geval 192
centimeter lang, duurde ongeveer 45 minuten. Rationeel benaderd gaat
deze behandeling natuurlijk helemaal nergens over. Ik heb echter
vrijwel direct tijdens de behandeling een enorme rust mogen ervaren.
Dat ging vanzelf en in tegenstelling tot haptonomie hoefde ik er
niets voor te doen. Toen de behandeling klaar was voelde ik een
enorme rust vanuit mijn lichaam dat kort daarvoor totaal onrustig
was. Mijn versnellingsbak was teruggeschakeld van z'n vier naar z'n
neutraal. Na de therapie heb ik mijn mobiele telefoon uitgelaten en
heb ik thuis nog een hele periode genoten van deze rust.
Resumerend
Inmiddels ben ik nog steeds
niet hersteld van mijn klachten. Ik werk nog steeds een 'druk'
re-integratieprogramma af. Cranio-Sacraaltherapie gaat mij niet
genezen maar het is inmiddels wel een heel belangrijk onderdeel, een
rustpunt, geworden van mijn genezingsproces. De verklaring dat een
lichaam in rust sneller herstelt dan in onrust kan ik zelfs met mijn
ratio volledig ondersteunen. Mijn persoonlijke uitgangspunt is nu om
mij altijd net zo goed te voelen als vlak na een behandeling. Ik heb
nu een gevoelsmatig uitgangspunt waar ik bij iedere behandeling vast
lekker een voorschot op neem!
Mail ook jouw ervaring met Cranio-Sacraaltherapie naar
info@vvls.nl.
8 Nieuws
'Premie is hier niet
op berekend'
Letsel in eigen huis
verzekerd
01/02/2009
Bron: www.telegraaf.nl
AMSTERDAM - Verzekeraars zijn
in paniek nu de rechtbank in Den Bosch oordeelde dat
letselschadevergoeding bij ongevallen thuis mogelijk blijkt. Achmea
Schadeverzekerin-gen wil dit zo snel mogelijk bij de Hoge Raad
tegenhouden.
Partners blijken elkaar, en dan
vooral hun verzekering, voor wettelijke aansprakelijk-heid (wa) aan
te kunnen spreken als een van hen thuis iets overkomt. Zoals
schadevergoeding voor rugletsel door een doorgezakte bank of een
geknapte hangmat. Eerder leek dit alleen voor bezoekers van de
woning te gelden. Het Verbond van Verzekeraars bevestigt dit.
Volgens Achmea is de premie voor wa-verzekeringen, die vrijwel elk
huishouden heeft, er niet op berekend. "Het is een hiaat in de wet.
Er moet zo snel mogelijk uitsluitsel over komen. Niemand had gedacht
dat de wet ook zo uitgelegd kon worden", zegt woordvoerder Bertwin
Tiemersma.
De partneraansprakelijkheid in
huis kwam boven water door Marco (38) en Mieke (34) Verheijen uit
Volkel. Mieke werd in 2005 gewurgd toen de pilaar in de achtertuin,
waaraan haar hangmat vastzat, knapte. Ze raakte vanaf haar nek
voorgoed verlamd. De moeder van twee kinderen verplaatst zich nu in
een rolstoel die ze met haar hoofd bedient.
Ze stapten naar
letselschadekantoor Pals Groep om te kijken of ze de verzekering
konden aanspreken. Advocaat Arvin Kolder adviseerde toen - hoe raar
ook - haar man aan te klagen, omdat hij formeel juridisch als
mede-eigenaar van het huis aanspraak kan maken op de wa-verzekering.
"De man van wie ik nog altijd zo veel houd, ineens aanklagen. Daar
hebben we eerst wel heel veel over gepraat. Maar als je gehandicapt
bent de rest van je leven, ben je dom om het niet te proberen."
Letselschadekantoor Pals Groep
heeft na de rechterlijke uitspraak dat de wa-verzekering haar schade
voor vijftig procent namens haar man moet vergoeden, meteen een
telefoonnummer geopend voor mensen met dergelijke claims.
ZEMBLA 8 februari
2009: Verzekerd van ellende
Verzekeringsmaatschappijen
zoeken bij grote schade vaak naar redenen om niet te hoeven
uitkeren. Pas na een jarenlange strijd lukt het de slachtoffers om
alsnog het geld te krijgen waar ze recht op hebben. Schade-expert A.
Coolen: "Verzekeraars zijn niet te vertrouwen. De experts met wie ze
werken zijn vaak subjectief en kijken vooral hoe ze de verzekeraars
kunnen helpen zodat ze niet uit hoeven te betalen."
In ZEMBLA vertellen insiders
uit de verzekeringswereld dat zij ervoor zorgden dat er zo min
mogelijk schadeclaims werden uitgekeerd aan verzekerden. “Daarvoor
zocht ik altijd naar experts van wie ik zeker wist dat ze kritisch
tegenover de verzekerden zouden staan”, aldus oud-schadebehandelaar
C. Langereis.
R. van Heijnsbergen brak vijf
jaar geleden haar rug. Haar verzekeraar Swiss Re, waar haar
arbeidsongeschiktheidsverzekering loopt, wil niet betalen. De
experts, keuringsartsen en arbeidsdeskundigen van Swiss Re vinden
dat Van Heijnsbergen wel weer kan werken. Maar onafhankelijke artsen
en deskundigen keuren Van Heijnsbergen voor 100% af. Swiss Re
schakelt zelfs een detectivebureau in om de privézaken van Van
Heijnsbergen te checken. Hoogleraar strafrecht T. de Roos pleit voor
wetgeving die verzekeraars verbiedt om met dit soort
detectivebureaus samen te werken.
Als een verzekeraar in
Nederland te kwader trouw is, sta je alleen in de strijd. Dat moet
veranderen, vindt de Roos. Hij pleit voor wetgeving zoals in de
Verenigde Staten. Daar bestaat een wet die verzekeraars die te
kwader trouw werken bestraft. Als slachtoffer krijg je dan niet
alleen het schadebedrag, maar ook de volledige advocaatkosten
vergoed. De verzekeraar krijgt zelfs een boete als bewezen is dat er
sprake is van ‘bad faith’, moedwillig de zaak vertragen.
9 De Letsel-Bus
Is er een letselschade thema waar u altijd al meer over wilde
weten, kent u iemand met een speciaal verhaal die wij kunnen
interviewen of heeft u een oproepje? Stuur De Letsel-Bus uw tips
voor een volgend letseljournaal.
Ook al uw vragen of opmerkingen over deze publicatie of één
van onze voorgaande letseljournaals delen we graag met al onze
lezers.
U kunt contact opnemen met de Vereniging voor
Letselschade-Slachtoffers (VvLS) als u wilt reageren op een van de
geplaatste Letsel-Bus oproepjes.
Schrijf naar de VvLS, onder vermelding van ‘De Letsel-Bus’,
Postbus 157, 1000 AD te Amsterdam, stuur een e-mailtje naar
info@vvls.nl of bel 0900-6353538.
Vilans
Vilans is de landelijke
kennisorganisatie die werkt aan een betere kwaliteit van leven voor
mensen die langere tijd zorg en ondersteuning nodig hebben zoals
ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking.
Heeft u een handig product dat
nog niet is opgenomen in de databank van de website www.vilatech.nl?
Of hebt u een probleem met een bepaalde handeling of activiteit,
waar u geen oplossing voor kunt vinden? Meldt het aan bij het
Vilatech informatiecentrum: telefoon 030-789.23.45 (bereikbaar op
werkdagen van 09.00 - 12.00 uur).
Ingezonden bericht 3
maart 2009
Beste mensen,
Ik ben al een aantal jaren
abonnee van de VvLS. Ik heb ook nog steeds last van de ruim zeven
jaar geleden opgelopen whiplash maar ik wil met het ‘gewone’ leven
door en mijn abonnement van de VvLS opzeggen.
Wij hebben niet echt een beroep
gedaan op de VvLS maar wel de nodige informatie ontvangen en morele
steun uit het blad gehaald.
Mijn dank daarvoor!
Met vriendelijke groet,
letselschade-slachtoffer
Ingezonden berichten
2008 / 2009
Slachtoffers
Contrastmiddelen
De Nederlandse Vereniging
Slachtoffers Medische Contrastmiddelen is een vereniging van mensen
met klachten veroorzaakt door toegediende contrastmiddelen tijdens
medisch onderzoek. De NVSMC is geïnteresseerd in persoonlijke
ervaringen van slachtoffers door toegediende contrastmiddelen.
Verkeersongeval en bedrijfsongeval
De VvLS komt graag in contact
met personen die letsel hebben opgelopen door een verkeersongeval
tijdens werktijd.
Letsel
opgelopen tijdens vakantie?
De VvLS komt graag in contact
met personen die letsel hebben opgelopen tijdens hun vakantie en die
hun schade proberen te verhalen..
10 Agenda
Zaterdag 18
april 2009 te Zwolle
Nationale
brandwondendag
Een uniek evenement voor mensen
met brandwonden en hun omgeving, georganiseerd door onder andere de
Nederlandse Brandwonden Stichting. Het afwisselende programma
bestaat uit presentaties, gespreksgroepen en interessante
informatiebijeen-komsten.
Meer informatie: www.brandwonden.nl/brandwondendag.
Hemelvaartweekend: 21 t/m 23 mei 2009 te Deurne
Rolstoelmeerdaagse
Deurne 2009
U wordt als deelnemer van de
Rolstoelmeerdaagse getrakteerd op een onvergetelijke tijd vol sport
en amusement. Er worden toertochten gereden van 15, 30, 50 en 70
kilometer. U kunt deelnemen met uw handbike, wheeler of gewone
handbewogen rolstoel.
Meer informatie: www.rolstoelmeerdaagse.nl.
Donderdag 28
mei 2009 te IJsselstein
Kennisplein
Gehandicaptensector
Dit is een nieuw initiatief van
VGN, MEE Nederland en Vilans. Op dit plein komen kennis, ervaringen
en deskundigheidsbevordering rond mensen met een beperking samen.
Het programma bestaat uit informatieve en interactieve workshops
rond een groot aantal actuele en vernieuwende thema’s in de
gehandicaptensector, een informatiemarkt en posterpresentaties.
Meer info: www.zonmw.nl
Woensdag 10
juni 2009
Nationale
Straatspeeldag 2009
Een keer per jaar kunnen
kinderen hun protest tegen de gevaren in hun straat laten zien en
horen. Op 10 juni wordt in heel Nederland de straat van de kinderen.
Met allerlei acties vragen zij aandacht voor verkeersonveilige
situaties.
Meer informatie: www. veiligverkeernederland.nl.
11 Letselschaderaadsvrouw
Heeft u een probleem of vraag waar u zelf niet uitkomt? De
VvLS helpt u graag! Schrijf naar: Vereniging voor Letselschade-Slachtoffers, o.v.v.
‘Letselschaderaadsvrouw’, Postbus 157, 1000 AD Amsterdam of stuur
een e-mailtje naar info@vvls.nl.
Vraag:
Op 12 augustus 2008 ben ik
geopereerd aan een verzakte baarmoeder. Tijdens deze operatie heb ik
een bacteriële infectie opgelopen. Voorafgaande aan de operatie is
mij niet medegedeeld dat er een kans bestond op een dergelijke
infectie. Inmiddels begrijp ik dat deze zaak valt onder een
onbewijsbare medische fout, als er überhaupt sprake zou zijn van een
medische fout. De slaagkans in deze letselschadezaak is dus erg
laag. Wat wordt hier bedoeld met "een onbewijsbare medische fout"?
Antwoord:
De kans dat een patiënt een
bacteriële infectie krijgt tijdens een operatie is altijd aanwezig.
Deze kans is zo laag dat hiervoor geen specifieke informatieplicht
richting patiënt bestaat. Dus, als artsen en ziekenhuispersoneel
zich volledig aan alle standaarden en protocollen houden, is er nog
steeds een kans aanwezig dat de patiënt een bacteriële infectie
tijdens een operatie oploopt. In dat geval is er sprake van een niet
verwijtbare complicatie.
Mocht het medisch personeel
onzorgvuldig handelen waardoor er niet wordt voldaan aan de
vastgestelde steriliteiteisen verhoogt dit de kans op een infectie.
Als een patiënt in dergelijke omstandigheden een infectie oploopt
terwijl hij of zij bij zorgvuldig handelen geen infectie zou hebben
opgelopen is er sprake van onrechtmatig en verwijtbaar handelen.
De kernvraag in uw zaak is of
uw bacteriële infectie is ontstaan ondanks rechtmatig handelen of
door onrechtmatig handelen. Alleen letselschade-zaken binnen deze
laatste categorie hebben een kans van slagen. In uw zaak is
geconstateerd dat de causaliteit van uw bacteriële infectie niet
eenduidig kan worden vastgesteld waardoor het onbewijsbaar wordt
geacht tot welke categorie deze infectie behoort. Kortom, in uw zaak
is er sprake van ofwel een onbewijsbare complicatie ofwel een
onbewijsbare medische fout.
Wie stelt, moet bewijzen. Het
slachtoffer stelt in een letselschade-zaak, derhalve moet het
slachtoffer de medische fout bewijzen. Soms kan verwijtbaar handelen
in vergelijkbare infectiezaken wel bewijsbaar worden geacht.
Bijvoorbeeld, als de patiënt zou zijn geopereerd in een ziekenhuis
waar kort voor of na de operatie door de Inspectie voor de
Gezondheidszorg wordt geconstateerd dat de operatiekamers niet aan
de vereiste steriele omstandigheden voldoen om de kans op infecties
tijdens operaties zo laag mogelijk te houden. |